zondag 15 maart 2009

Tijd


Odysseus zwierf twintig jaren over de zee alvorens hij naar huis kon terug keren, Mozes zwierf met zijn volk veertig jaar door de woestijn, alvorens ze het beloofde land in konden gaan en Doornroosje sliep honderd jaar voordat zij zou ontwaken. Ik kan mij er geen voorstelling van maken, zo verschrikkelijk lang. Ik ben nu 40 jaar, dat zou betekenen de helft van mijn leven op de zee, mijn hele leven in de woestijn en 2,5 keer mijn leven slapen.

Deze verhalen laten zien dat we de tijd nodig hebben om ons te ontwikkelen. We hebben vele jaren nodig om te groeien en tot rijping te komen. En deze jaren kennen voor en tegenspoed. Er is geen ontkomen aan en we hebben er weinig sturing in, dit is het ‘lot’ van de mens.

Het wordt tijd dat ik de trossen los gooi, mijn dierbaren vaarwel zeg en op reis ga.
Met andere woorden dat ik vaste bekende dingen loslaat en mij open stel voor dat wat zich werkelijk in mijn leven aandient.

Leuk of niet leuk, goed of fout, fijn of niet fijn zijn ondergeschikt bij deze reis. Ik ga… Ik heb te gaan.. Ik kan niets anders dan op weg gaan.

Ik vul mijn knapzak moet moed en vertrouwen en ik ga op weg!

Oriƫntatie: Ga je met me mee? Hoe onvoorspelbaar deze reis ook is?