De prins en de prinses liepen verder. Het pad liep dood en voor hen doemde een rotswand op. Toen ze naderbij kwamen zagen ze een kleine opening. Het was een smalle spelonk waar ze net tussen door konden lopen. 'Zullen we gaan'' vroeg de prins aan de prinses? 'Ja' zei ze vastberaden. Toen ze verder liepen werd het steeds donkerder, nauwer en griezeliger. Het zicht werd troebel en de prinses pakte zijn hand. Terwijl ze om zich heen keek fluisterde ze "we zijn aangekomen in een schimmige wereld' En ze hoorde 'de elfenkoning ' van Schubert. (klik aan)